Callantsoog, een stukje geschiedenis.

Het huidige Callantsoog of beter het vroegere eiland 't Oghe heeft een belangrijke rol gespeeld bij de vormgeving van de Kop van Noord Holland. Callantsoog is gebouwd op de restanten van het oude eiland 't Oghe' en is meerdere malen door de zee overspoeld. De bewoners hebben altijd moeten vechten om hun bestaan. Veel informatie en sporen in het landschap zijn nog aanwezig en vertellen een boeiend verhaal.

Voor het jaar 1100


Rond het jaar 1000 was de hele kustlijn, vanaf de Noordelijke kant van Texel tot Haarlem nog ononderbroken. Van een kaart uit het jaar 1000 blijkt dat Kallinge een grote kuststreek was die liep van Texel tot het huidige Groet/ Schoorl.
De naam 'Kallinge'bestond al in 920 en werd genoemd in een schenking van een halve villa=boerderij aan de Abdij van Egmond door de toenmalige Graaf Dirk 1.
Kallinge was een gebied dat ca 3 km buiten de huidige kustlijn, zeewaarts lag en bestond uit een gebied van oude duinen, strandwallen en duinvalleien. Sedert 5000 voor Christus is de Noordzeee steeds groter geworden door smeltend landijs. De Zuid-Noord stroming werd door Eb/Vloed beweging steeds sterker door de verhoging van de zeespiegel en uitdieping van het nauw van Calais.
Met name de kust tussen Schoorl en Texel heeft tussen het jaar 0 en jaar 1000 heftige kustafslag gehad en is ca 3 km landwaarts verkleind. Oude duinen waar de streek Callinge uit bestond zijn kalkarme zandduinen die dus niet zijn ontstaan door zeebewegingen.
Dat de kustafslag in dit gebied zo heftig was, wordt door 2 factoren veroorzaakt. De zandbanken die de kust voeden en voor de kust van België lagen verloren hun functie. De vloedbeweging voor de streek Kallinge was en is een heftige beweging. De vloed in deze streek komt op de eerste plaats uit het Noorden, namelijk om Schotland heen. Als die vloed op gang is gekomen komt na enige tijd de vloed uit het Zuiden ook in dit gebied en die is sterker waardoor de stroming in Zee zich omkeert. In deze omkering van de vloed zijn afhankelijk van de wind en maanstand sterke veranderingen in de stroom mogelijk. De stijging van de zeespiegel en de sterke stromingen alhier, zijn de oorzaak van het verdwijnen van de ca 3 km brede en wel 20 km lange kuststrook van het gebied Callinge.

Rond het jaar nul waren er in deze streken al Romeinen die hun verdedigingslinie langs de rivier de Rijn bouwden. Toch zijn er grote veldslagen van de Romeinen bekend in het huidige Noorden van Duitsland. Er was in die tijd wel bewoning, maar niet grootschalig, van de Germaanse stam van de Friezen. Rond het jaar 600 probeerden de Germaanse stam van de Franken hier hun invloed te vergroten. In een reeks veldslagen overwonnen na bijna 200 jaar strijd, rond 800, de Franken het volk van de Friezen. De Franken waren inmiddels het christelijke geloof gaan aanhangen en vestigden in de hoofdplaats van het Friese volk, Utrecht, de eerste Christelijke kerk in Utrecht, later gevolgd door de kerk of Abdij te Egmond.
De vondst van een tweetal Viking Zilverschatten op Wieringen en door de vondst van de zilveren armband op het strand van Callantsoog heeft geleidt tot veel onderzoek naar de Vikingen hier in Holland. Bekend is dat de Frankische Koning de kustgebieden heeft aangeboden voor beheer aan de Vikingen. En zo kwamen grote delen van de kust, waaronder Callinge onder beheer van de Vikingen. Dit beheer is gestart rond 850 en heeft geduurd tot ca 900 of nog langer.
De toenmalige Vikingen waren ook onderling strijdlustig en kenden een heftig reizend bestaan. Maar uit vele onderzoekingen is gebleken dat in deze streken voornamelijk Deense Vikingen zijn geweest. Overigens hoorde o.a. Zuid Zweden en Noord Duitsland ook tot het Rijk van de Deense vikingen.
En zo weten we zeker dat Vikingen hier ergens tussen 850 en 950 een belangrijke rol hebben gespeeld.

Bekend is dat de Friese Graaf Dirk I de eerste graaf was na de Vikingen. Het land heeft hij in eigendom gekregen van de toenmalige Frankische Koning. Onbekend is waarom of tegen welke bezittingen. Ook blijkt uit de schenkingen die Graaf Dirk deed dat dit geen rijk gebied was. Graaf Dirk schonk een halve boerderij en meer was er niet. Uit historische overwegingen en op grond van gebrek aan informatie kunnen we deze boerderij nog geen dorp noemen.
De schenkingen van Graaf Dirk 1 aan de Abdij van Egmond zijn vastgelegd in de Oorkonden van Holland en Zeeland. Maar deze zijn ook vastgelegd in de Analen in de kerk van Egmond.
In de Analen van de Abdij van Egmond staat er een voetnoot bij het woord Callinge. Bij de voetnoot staat vervolgens Caligië. Wat zou de betreffende monnik die dit schreef hebben bedoeld? Zie hierover meer bij de naam Callinge; onderaan.

Van het jaar 1100 tot 1400.


Rond 1100 veranderden de getijdebeweging en bij zware stromen liep de kust zware schade op. Stormvloeden van 1170 en 1196 braken op meerdere plaatsen door de kust waardoor het gebied Kallingen een eiland werd evenals het noordelijker gelegen Huisduinen.
De doorbraak of stroomgeul welke Noordwaarts van het eiland liep heette 'Heersdiep' en de zuidwaarts gelegen stroomgeul 'de Schinkel'. Nog verder zuidwaarts lag de stroomgeul 'Zipe'.

Tot in het begin van de 14e eeuw (1320) wordt nog gesproken over "Callingen in den Oge". Zware stormvloed in 1375 en zeestromingen dringen de kust steeeds meer oostwaarts waardoor veel gronden en huizen zijn prijsgegeven aan zee. In 1388 wordt niet meer over Callingen gesproken maar over inwoners in 't Oge.

Het eiland, genaamd 't Oghe werd door de zee steeds zwaar beschadigd en werd daardoor steeds kleiner. Het werd echter wel duidelijk dat het eiland 't Oghe veel dijken moest aanleggen wilde het blijven bestaan.
Ook de oostwaarts aanliggende kweldergebieden werden bedijkt. De Zandepolder, direct tegen Groote Keeten gelegen, is bedijkt in 1328 met dijken welke 3 meter hoog waren. Deze dijk steekt thans nauwelijks meer boven het landschap uit.


Van 1400 tot het jaar 1570.

In de 14e eeuw wordt dus gesproken over inwoners in 't Oge. Voor 1540 is er sprake van een dorp (historici noemen dit het eerste dorp) wat ergens ten noorden op ca 1500 tot 2000 meter van het huidige Callantsoog heeft gelegen.
De huizen worden door de storm van 27 september 1509 maar vooral door de storm van 2 november 1532 zozeer bedreigd en aangetast dat omstreeks 1540 de bewoners met en bij elkaar gaan wonen op een veilige plaats.
Dit dorp wordt gesticht in noordwestelijke richting rond een aldaar gelegen kapel dat wordt uitgebouwd tot een kerkje. (NB: Dit dorp wordt door de historici het tweede dorp genoemd)
Verbazingwekkend was dat men koos voor een riskante plaats maar de Jewelpolder was nog in ontwikkeling en het gehucht Sevenhuijsen (het latere Callantsoog) bestond nog niet.
Door het sluiten van de noord- en zuidwaarts gelegen zeegaten resp. het Heersdiep en de Schinkel werd de kust van het Oghe ernstig bedreigd en uiteindelijk weggesleten waardoor in 1570 het dorp werd overspoeld. Het stroomgat wat aldus ontstond noemde men het Ooghmer gat.
Omdat de Sandepolder hierdoor werd overstroomd (bedijkt in 1328) werd de zogenaamde voordijk of Ooghmergatdijk aangelegd. (Deze dijk loopt vanaf de noordelijk restanten van het oude eiland 't Oghe naar de zuidelijke restanten van het oude eiland.)

Bestuur.
Het voorgaande is geografisch van aard, maar het bestuur is ook zeker boeiend. Dit stukje is groeiende.
In de jaren 1400 en 1500 was de heerlijkheid 't Oghe in eigendom van de Nederlandse Adel en wel de Heren van Brederode. Er zijn 14 heren geweest die elkaar in de lijn opvolgden. De laatste van de Heren van Brederode was Hendrik. Hendrik van Brederode was een zeer opmerkelijk man die het volstrekt niet eens was met de Spaanse Overheersing. Samen met Lodewijk van Nassau wist hij honderden edelen verzet te sturen en was daarmee de oprichter van de Watergeuzen. Hendrik van Brederode is daarmee de geschiedenis ingegaan als 'de Grote Geus'. Het maakt het in ieder geval veel aannemelijker dat vele Oghers dienst namen bij de Watergeuzen toen in 1572 het dorpje Callantsoog overstroomde.


Na het jaar 1570.
In de beschermende luwte van de restanten van het Oghe en nieuwe stuifduinen waren een aantal duinvalleien ontstaan zoals de Hasecamer, Kiefteglop, 't Oogh en de Kleine Jewel welke aansloten op de oudere duinvalleien Goeree, Sinckelsant en de Leije. Op het veld 't Ooghe vestigden zich boeren welke de Jewelpolder (1538-1542 bedijkt) bewerkten en het buurtschap 'Sevenhuijsen' vormden. Een deel van de vluchtelingen uit 't Oghe vestigden zich in 'Sevenhuysen' alwaar in 1581 een grotere kerk werd gebouwd met materialen van de eerdere kerken uit 't Oghe.
Met de komst van de inwoners uit 't Oghe groeide het buurtschap Sevenhuijsen en ontstond de naam 'Callensoog' het latere Callantsoog. Men vormde rond 'Ooghe' een Noord en een Zuid regel (woningen op een rij).

In 1597 werd de polder Zijpe aangelegd en bedijkt. Vanwege de zeestromingen rond het Oghe, o.a. door het Ooghmergat, en langs de ZijperZeedijk (tussen Zipe en Mosselwiel(Anna Paulowna)) werd besloten deze stromingen in te dammen en het eiland t'Oghe met twee dijkarmen=schenkel aan de zijperzeedijk vast te maken. De Noord- en Zuid Schinkeldijk ontstonden hierdoor waardoor het eiland 't Oghe werd vastgemaakt aan het vaste land en feitelijk geen eiland meer was. Uit de zeegeul Zijpe ontstond het Zwanenwater evenals de ervoor gelegen 'Uittelandsepolder'.
Uitteland=buiteland en was vroeger een land buiten de bedijking van 't Oghe waar men echter wel vee kon wijden in de zomermaanden.

Om de tussen 't Oghe en Huisduinen achtergelegen waddengebieden te bedijken werd het nodig geacht een sterke duinenrij aan te leggen. Zo ontstond in 1610 de Johan van Oldebarneveltsdijk welke een verbinding maakte tussen de Noord Schinkeldijk en Den Helder. Zo werd de zeearm het Heersdiep afgesloten.

Door deze bedijkingen kon land worden gewonnen en kwam ook duinvorming voor. Den Helder, de Anna Paulownapolder, de Wieringerwaard konden hierdoor ontstaan.

Het huidige dorpscentrum van Callantsoog met het witte kerkje, het dorpsplein, de hoge zeeweg, de dorpsweg en de duinen tot de ingang van het 'Zwanenwater' zijn nog restanten van het oude eiland 't Oghe. Ook het volledige dorp Groote Keeten is gelegen op de restanten van het oude eiland 't Oghe. De historische naam Helmdijk werd aangeloten aan de Noord Schinkeldijk.
Vele historische plekken zijn nog te zien in en rond het dorpje. Deze kunt U bezoeken met de wandelingen die op deze site staan.
Klik op De historische plaatsen en namen van Callantsoog.

De geschiedenis van dit gebied is historisch gezien niet oud doch het gebied draagt veel sporen van de zware strijd tegen het water. Veel van deze plaatsen zijn nog te bezichtigen en worden in de toekomst onderwerp van een website.


De naam Callantsoog.
Het oudst bekende gebied Callinge bestond al in 920. Na het uiteenvallen van de Kuststrook werd gesproken over de Callingers in 't Oghe. Oogh staat voor Hoog zoals veel eilanden langs de waddenzee in de naam voeren. Met de verhuizing van circa 150 bewoners van 'Callingen' naar 't gehucht 'Sevenhuijsen' bestaande uit 7 boerderijen gelegen rond de duinvallei werden de namen van de Callingers van 't Oghe' rond de duinvallei samengevoegd tot Callensoog of Kallensoog en later Callantsoog.

NB: Er blijken in Zuid Zweden ca 10 of meer dorpjes en gebieden te zijn met Kallinge of Kallandso in de naam. In Denemarken nabij Blavand ligt de prachtige streek Skallingen. Volgens eerder onderzoek van de Historische Vereniging Callantsoog betekent dit iets als "twee heuvels bij een haveningang". Ook gaat het vaak om een schiereiland. De overeenkomst tussen de namen in Zweden en Callantsoog, is toch wel bijzonder. Kallandso in Zuid Zweden!

Een uitleg voor de naam Callinge.
Willen we meer weten over de naam Callinge zullen we moeten zoeken in de periode rond 800 of nog vroeger. Callinge in die tijd schrijven we ook als Kallinge, Callinghe of kallinghe.
De Vikingen hebben zo rond 800-1000 n Chr veel woorden meegebracht naar deze streken. Denk bijvoorbeeld aan 'Zee' of 'Ijs'. De gebruikte uitgang INGE is taalkundig een suffix en ook bij de Vikingen veel gebruikt. "Inge"betekende bij de Vikingen, letterlijk "veel van". Uitleg lees je op Uitleg Inge De naam Kallinge betekend dan 'Veel van Kalle'en zoals op de Deense site uitgelegd kan veel van iets ook zijn wat niet in het eerste deel van de naam zit maar wel logisch is, bijvoorbeeld veel land van Kalle of veel bomen of Duinen van Kalle.

Maar wat betekent Kalle?
We kijken weer naar het taalgebruik in die tijd en wel naar het OudNederlands en OudNoors zoals de Vikingen dat gebruikten. Uitleg Kalle
1 Kalle was in Zuid Zweden een gebruikelijke naam en het kan goed zijn dat een Viking met de naam Kalle hier is gaan wonen en grond bewerken. Kallingen betekent dan 'Veel land van Kalle'.
2 Kalle was rond het jaar 1000 en later, ook een verzamelnaam voor lawaaiige vogels zoals de Ekster, Kraai, Meeuw, Gaai. Kallinge kan dan ook betekenen de streek van de lawaaiige vogels.
3 De naam die de Abdij van Egmond aan deze streek gaf, blijkt uit een voetnoot, namelijk Caligië stemt tot overpeinzingen. Was Caligië een nog oudere naam of gewoon de Latijnse vertaling van Callinge. Caligië is een woord dat de Romeinen gebruikten voor eigen namen. Er zijn in oude Romeinse geschriften nogal wat namen die Caligië heten. Wel zeker is dat de Romeinen dit gebied hebben bezocht op zoek naar een doorgang naar het Noorden. Dit wordt bevestigd door de vondsten van diverse Romeinse munten rond callantsoog.
Mogelijk is de naam Caligië door de Vikingen verbasterd naar Callinge.

Resumé. Maar de uitleg veel land van de Viking met de naam Kalle lijkt de meest logische uitleg voor de naam Kallinge waar het latere Callantsoog uit ontstond.

TOP
HOME